Haken

Patroon reliëfomslagdoek

Lieve haaksters,

Eindelijk heb ik het patroon uitgewerkt, laten testen en feedback verwerkt. Met veel dank aan mijn testhaaksters: Sas HaaktAnnemieke, studiebolletjes en Tessa!
Veel haakplezier!

116040756_10224329971742995_1654718454780449291_n

dividermint

Benodigdheden:

Haaknaald: 5 mm
Garen: 6 bollen Hobbii Tivoli voor een afmeting van ±1m60 breed * Klik hier *
Moeilijkheidsgraad: gemiddeld – moeilijk

dividermint

Aantekeningen vooraf:
– in dit patroon zijn de keerlossen geen onderdeel van het patroon en alleen bedoeld om hoogte te creeëren voor de volgende toer.
– de steken uit de voorgaande rij worden in een nieuwe toer aangeduid als vaste (v) (zoals bijvoorbeeld in toer 1 worden halve stokjes gehaakt, in toer 2 is de bovenkant van het halve stokje aangeduid als vaste (v), en in relief 1 wordt de losse uit toer 1 ook benoemd als vaste in toer 2)
– je meerdert 2 steken per zijde, dus 4 steken per toer.

dividermint

Gebruikte steken:
ℓ = losse
v = vaste
hst = half stokje
st = stokje
rst = reliëfstokje

dividermint

Begin met het haken van 3 lossen. In de eerste losse maak je de eerste toer.
Toer 1: 3hst, 2ℓ, 3hst, haak 2 keerlossen en draai je werk
Toer 2: 2hst in eerste v, 2hst, in de lossenruimte van de vorige toer haak je *1hst, 2ℓ, 1hst*, 2hst, 2hst in de laatste v, haak 2keerℓ en draai je werk
De volgende toeren haak je op deze manier verder, je start met 2hst in de eerste steek om te verdubbelen, haakt op elke v 1hst tot het midden, haakt in de lossenruimte van de vorige toer *1hst, 2ℓ, 1hst*, vervolgt met 1hst in elke v, en eindigd met 2hst in de laatste v om te vermeerderen, 2ℓ om je werk te draaien.

Dit herhaal je tot je door wilt naar reliëf 1 in je omslagdoek, ik heb in totaal 6 rijen gehaakt. Na je laatste toer voor het volgende reliëf haak je niet 2 maar 3 keerlossen en ga je door met reliëf 1.

 

Reliëf 1

Toer 1: haak 1st in de eerste v, 1ℓ, 1st in de volgende v, (dus nog geen steek overslaan want dit stokje en losse vormen samen de vermeerdering!), 1ℓ, 1st in de 2e v (je slaat dus 1 v over), dit herhaal je tot je bij het midden komt. Dan heb je 2 opties voor de lossenruimte in het midden:
1. je komt op de laatste vaste voor de lossenruimte uit met een stokje:
haak in de lossenruimte van de vorige toer *1st, 3ℓ, 1st* (je haakt dus niet een ℓ voor je in de lossenruimte gaat haken, hier spelen we een beetje vals zodat de telling blijft kloppen)
2. Je komt op de laatste vaste voor de lossenruimte uit met een ℓ, dus het is de vaste die je zou overslaan: je haakt in de lossenruimte: *1st, 3ℓ, 1st*

Na de lossenruimte ga je in beide gevallen verder met een ℓ en dus de eerste vaste overslaan. Haak *1st, 1ℓ* tot het einde van de toer. Dan heb je aan het einde van de toer weer 2 opties:
1. Je bent in de 1na laatste vaste geeindigd met een losse: dan haak je in de laatste vaste 2 stokjes. Haak 3 keerlossen en draai je werk.
2. Je bent in de 1na laatste vaste geeindigd met een stokje: dan haak je 1ℓ en 1 stokje in de laatste vaste. Haak 3 keerlossen en draai je werk.

Toer 2: deze kan je op 2 manieren beginnen, afhankelijk van hoe je de vorige toer geëindigd bent, zodat de stokjes op elkaar vallen.
1. Je bent vorige toer geïndigd met 2 stokjes: Haak 1st en 1ℓ in de eerste v, haak 1st in de volgende v, vervolgens haak je 1ℓ en 1st tot je bij het midden bent gekomen (deze stokjes zitten dus boven de stokjes uit de vorige toer). Het midden haak je volgens dezelfde 2 opties als de vorige toer. Haak door tot de laatste v.
2. Je bent vorige toer geëindigd met 1ℓ en een stokje: haak 2st in de eerste v, vervolgens haak je 1ℓ en 1 st tot je bij het midden gekomen bent (deze stokjes zitten dus boven de stokjes uit de vorige toer). Het midden haak je volgens dezelfde 2 opties als de vorige toer. Haak door tot de laatste v.
Als je bij het einde bent gekomen haak je in de laatste v 2st, ongeacht of je geëindigd bent met een stokje of losse. Haak 2ℓ en keer je werk.

Na reliëf 1 haak je weer een aantal rijen halve stokjes. Je kan zelf het aantal toeren bepalen naar gelang je hem smal of breed wilt.

Reliëf 2:

Hier gaan we beginnen met relïefstokjes. Als je nog niet weer hoe een relïefstokje gaat is het handig om even op Youtube een filmpje te zoeken hoe dit in zijn werk gaat.

Toer 1: 2 hst in eerste v, 1hst, 1 rst (deze gaat onder de halve vaste door, niet van de laatste toer, maar die daarvoor!) sla 1v over (waar het reliëfstokje voor in de plaats is), 3hst, 1 rst, *3 hst, 1rst * *dit herhaal je tot het midden van de omslagdoek. In de lossenruimte van de vorige toer haak je: *1 hst, 2ℓ, 1hst*. Om de symmetrie te houden tel je waar je laatste rst voor de lossenruimte zat en begin je na de lossenruimte op dezelfde afstand. Tussendoor houd je wel steeds 3 hst. Haak zo door tot het einde en eindig in de laatste v met 2 hst. Haak 2ℓ en keer je werk.

Toer 2: omdat we in deze toer aan de ‘verkeerde kant’ werken haken we 1 toer met hst om hoogte te maken. Begin met 2 hst in de eerste v, haak in elke v 1 hst tot het midden, haak in de lossenruimte van de vorige toer *1 hst, 1ℓ, 1hst*. Haak vervolgens in elke v 1 hst tot het einde van de toer en eindig met 2 hst in de laatste v. Haak 2ℓ en keer je werk.

Toer 3: in deze toer haak je de reliëfstokjes onder de reliëfstokjes van toer 1 door. Hier is dus geen vaste telling voor, dat ligt eraan hoe je in toer 1 bent geëindigd.

Je begint met 2 hst in de eerste v, vervolgens 1 hst in elke v tot je bij het eerste reliëfstokje bent. Dan haak je een rst onder de bovenkant van het stokje uit toer 1 door, vervolgens ga je verder zoals in toer 1, ook in de lossenketting, en eindig je in de laatste v met 2 hst. Haak 2ℓ en keer je werk.

Nu heb je alle steken gehad en kan je de omslagdoek verder haken naar jouw eigen inzicht. Ik heb telkens de basis afgewisseld met de reliëfsteken. Als je omslagdoek klaar is kan je ervoor kiezen hem op je eigen manier af te werken: met franjes, of afwerken met een siersteek zoals bijvoorbeeld de kreeftensteek om er een mooie stevige rand omheen te maken.

dividermint